Falu Koppargruva, kopermijn

In de 13e eeuw al was het koper van Falun belangrijk voor kerk en kroon. In de 17e eeuw leverde Zweden 2/3e van al het koper in Europa. En zelfs het dak van het paleis in Versailles is bedekt met Falun-koper. De legende vertelt over een geit die eens thuis kwam met rode hoorns waarop een boer op zoek ging naar de rode aarde waarin het dier had zitten wroeten, waarna het verhaal van de kopermijn begint. Een enorme kuil legt nu op die plek een groot deel van de industriële geschiedenis van Zweden bloot. Hier hebben eeuwenlang mijnwerkers gezwoegd en gegraven naar het rode koper.

Hier heeft een heel dorp en een hele omgeving honderden jaren geleefd door en voor de mijnbouw todat in 1992 de uitgeputte mijn uiteindelijk werd gesloten. Nu is het mijngebied toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van Unesco en een populaire attractie voor de toeristen die er graag in afdalen.

Waar Zweden bijna heel Europa van koper voorzag, haalde Nederland zijn 
koper - goedkoper - uit Japan omdat het daar goede handelsbetrekkingen mee had.

Vrouwen werkten vooral faciliterend in de mijn om de werkers van eten en drinken te voorzien, maar al staan ze officieel nergens op de loonlijnst als mijnwerker wordt er van uit gegaan dat ze af en toe toch wel meehielpen.

Van het ijzerrijke restproduct van het koper delven wordt de beroemde
rode verf gemaakt die de huisjes hier zo kenmerkend rood kleurt.

Met helm en regencape aan mogen we een kijkje gaan nemen beneden in de mijn. Het plafond is niet hoog en half gebogen loop ik door de halfduistere gangetjes achter de gids aan in een poging haar verhaal te volgen. Zacht voel ik water druppelen langs de wanden van het uitgehouwen gangenstelsel. Het moet een zwaar beroep zijn geweest, maar tegelijkertijd vertelt ze ons dat het een goed beroep was, want een boer moest dag en nacht voor zijn veestapel klaarstaan, maar een mijnwerker werkte op gezette tijden en had daarna ook echt vrij. Al was het werk vaak zwaar; er waren goede veiligheidsvoorzieningen en het loon was lang niet altijd slecht. Al probeerden de mijneigenaren natuurlijk wel het onderste uit de kan te krijgen door als er een koperrijk stuk aangetroffen werd, per tijdseenheid te betalen en bij het ontginnen van een koperarm stuk te betalen per gevonden koperopbrengst.
De goede veiligheidsvoorzieningen waren er mede dankzij de overheid voor wie t koper een grote inkomstenbron was omdat er over het gevonden koper flink belasting (25%) moest worden betaald. Vanwege die belastingcontrole kon het nog wel eens gebeuren dat er ’s winters een slee vertrok met een dubbele bodem en dus een dubbele lading koper.

Het ruwe koper bevatte ook goud, maar de techniek om dat er uit te kunnen
halen ontbrak. De Duitsers hadden die techniek wel en kochten dus goud,
tegen koperprijzen.

In 1687 stortten er op een dag onverwacht twee grote mijngedeeltes in, maar wonder boven wonder net op een dag dat de mijnwerkers een vrije dag hadden en slachtoffers zijn er dus gelukkig niet.
Diep onder de grond komen we bij een ruimte voorzien van een kerstboom. Hier werd ooit op 25 december een hele grote vondst gedaan. Sindsdien heet het de Kerstgrot en staat hier standaard een kerstboom. Nadat de gids ons in een grote grot even laat proeven hoe duister het hier echt kan zijn door alle lichten uit te doen, vertelt ze ons nog het verhaal van Fat Mats. De man die in een drooggelegd stuk van de mijn werd gevonden meer dan 40 jaar na zijn verdwijning. Wonderwel goed geconserveerd dankzij de zwavelzuurconcentratie in het water. 
Nadat hij uit de mijn het dorp in was gebracht, zag een oude vrouw daar de jongeman die ooit haar verloofde was, onaangetast door de tijd. 

Het grootste probleem in de mijn is het water en het pompsysteem is dan ook van levensbelang. De machinerie die het water wegpompt zorgt tevens dat er een klok
luidt. Zodra de klok niet meer luidt, weet men dat er iets met de pomp is en men
moet zorgen weg te komen voor dat het water binnenloopt.

Falu Koppargruva Falu Gruva
www.falugruva.se/en/